Hoor de wind waait – deel 2. Opnieuw een stormachtige dag, nu nog meer dan gisteren. MeteoFrance spreekt over windstoten tot 60 km/uur. Wij spreken liever over een vrijwel constante tegenwind van 60 km per uur.

Rond 10.00 uur verlaten we de camping van Jargeau. Daar hebben we een fijn verblijf gehad. Zodra we de camping verlaten en op de trappers staan is het weer ‘dijkje rijden’ geblazen. En opnieuw, net als gisteren, met volle tegenwind. Maar nog meer dan gisteren is de wind aangetrokken tot bijna stormkracht. Het voordeel daarvan is dat regen er niet aan te pas komt ( ondanks de zwarte wolken die af en toe overdrijven), nadeel is dat het fietsen echt zwaar gaat. Zeker op de onbeschutte stukken, en dat zijn er op al die dijken een heleboel?

Bijna stilstand

Op sommige stukken komen we haast niet boven een snelheid van 10 km/uur uit. En da’s zeker niet wat we gewend zijn. En opnieuw biedt het landschap niet zo gek veel afleiding. Dus net als gisteren wordt ons moreel weer enigszins op de proef gesteld. We zijn dan ook blij wanneer we het dorpje Meung bereiken, waar we de tijd nemen om een broodje te eten aan de voet van het prachtige kasteel dat daar ligt.

De laatste kilometers zijn wat afwisselender, dus deze rijden we goedgemutst weg waarna we op de camping van Beaugency aankomen. Voor de kenners : Dit is de camping waar we op de heenweg ook al gestaan hebben. We kiezen een plaats in de luwte van de hoge bomen en bouwen weer ons kampementje op. Aan het eind van de middag maken we Beaugency nog even onveilig. Op basis van ons vorige bezoek weten we nog een leuk tentje waar mooie lokale biertjes en wijn geschonken worden.  Zo sluiten we een dagje ‘zwoegen op de fiets’ in goede luim af.

Dagafstand 55
Totaal 750km

We koken bij de tent een avondhap. Op één pitje. En dat is een mooi bruggetje naar deel 2 van de serie  ‘Inkijkje In Het Leven Van De Fietskampeerder’.  Eergisteren vond de aftrap van deze serie plaats met het veelbesproken onderwerp ‘toiletpapier’. Laten we het nu maar eens over de keuken hebben?

De Keuken

Wat hebben wij tijdens het fietskamperen zoal bij ons aan keukengerei? Wellicht heb je jezelf deze vraag al eens gesteld..? Hier volgt het antwoord. Voor het inrichten van de keukentas gelden slechts drie basisregels:

  1. Pak geen overbodige zaken in
  2. Wat je inpakt moet licht van gewicht zijn
  3. Het formaat moet zo klein mogelijk zijn.

Drie simpele regels, die in de praktijk nog wel wat voeten in de aarde hebben. In de loop der jaren hebben we gelukkig heel wat ervaring opgebouwd in wat nuttig en wat overbodig is. Ook hebben we gaandeweg onhandige artikelen uitgewisseld voor beter bruikbare. Zodoende zijn we nu in staat om de keukentas (= 1 kleine tas op de lowrider van het voorwiel van René’s fiets) binnen recordtijd in te pakken. Daar gaat-ie: 1 Lichtgewicht pannensetje, daarin 2 plastic mokken en daar dan weer een zakje in met de waslijn en 8 wasknijpers, en om de 2 mokken in het pannetje vast te zetten ( zodat ze niet rammelen)  proppen we er 2 opvouwbare ‘glazen’ bij.

In de tas zitten verder 2 melamine borden, 1 kleinformaat anti-aanbak koekepannetje van de HEMA, 2 opvouwbare bakjes voor diverse doeleinden, een flesje afwasmiddel, een theedoek en een schuurspons. En twee sporken. U zegt? 2 sporken. Een spork verenigt vork, lepel en mes in één. We hebben de luxe uitvoering van titanium gekocht aangezien de goedkopere plastic versies telkens braken bij zware snijklussen.

Tenslotte nemen we natuurlijk een gasbrander mee. Niet zo’n ingewikkeld benzineding waarmee andere hardcore kampeerders zitten te klooien. We hebben gekozen voor een Campingaz brander met piëzo-elektrische ontsteking,  zodat je geen gedoe hebt met natte lucifers. De brander is redelijk ideaal, maar in het gebruik wel enigszins instabiel, zeker wanneer je het kleine formaat gastankje gebruikt. Een steelpan moet je echt vasthouden, anders kiepert-ie direct van de brander af met alle gevolgen van dien. 

We gebruiken het type brander dat losgekoppeld kan worden van het gastankje. Daardoor is deze veel kleiner en dus makkelijker in te pakken. Nadeel is absoluut dat het vereiste type gastankjes ( met een ventiel) voor deze brander moeilijker verkrijgbaar is. Daardoor hebben we onszelf aangeleerd om meteen maar een tankje aan te schaffen zodra we deze in de supermarkt tegenkomen. Beter mee verlegen dan om verlegen. Maar dat lukt niet altijd. In vorige vakanties hebben we soms extra kilometers moeten maken om een winkel te vinden die ons aan het gastankje kon helpen. Zoals vandaag, waar we een op en neertje van 5km naar de Bricomarché mochten maken. Gelukkig verkocht men daar het grote formaat tankje, dus voorlopig kunnen we weer even voort. 

Da’s zo’n beetje de keuken die we bij ons hebben. En daar weten we prima maaltijden mee te bereiden. Zoals vanavond, wanneer we asperges, ham/ei, een sausje d’r overheen en gebakken aardappels op het menu hebben. Je wordt vanzelf gedwongen om heel creatief op 1 pitje te zijn, en meestal lukt dat heel goed. Enne… wanneer we geen zin hebben om zelf te koken, dan bedenken we heel onschuldig een menu dat onmogelijk uitvoerbaar is op een 1-pits fornuisje. Waarna ons dan niets anders rest dan lekker uit eten te gaan….?