Vandaag beleven we een soort avonturenroute. Dat wil zeggen: de Inntalroute voert ons over een wirwar van spannende wegen. En het uitzicht blijft onveranderd prachtig. Wat een aanrader is deze route toch!

Nadat we afscheid hebben genomen van de camping in Scuol rijden we vrijwel direct het bos in. En dat luidt in vergelijking met voorgaande dagen een gedeelte met een heel ander karakter in. We volgen nu vooral bospaadjes, geplaveid met losliggend gravel en ander gesteente. Dat betekent dat je goed moet opletten wat je doet. Een stuurfoutje kan betekenen dat je onderuit gaat, iets wat op deze ondergrond bepaald geen aanrader is. Sommige delen zijn zo steil dat er niets anders opzit dan even te gaan lopen ( zowel stijgend als dalend).

We manoeuvreren dus voorzichtig over deze kronkelende weggetjes, die soms ongemeen felle hellingen kennen. Qua afstand heel kort, maar zwaar genoeg om toch flink aan de slag te moeten. Maar de beleving blijft geweldig: wat een mooie route is dit! Steile bergwanden, mooie natuur en een prachtig uitzicht op torenhoge bergen. Het blijft genieten, en dat al voor de zoveelste dag! Daarbij opgemerkt dat de zon ook vandaag weer onze vriend is.

Weg uit Zwitserland

Ondertussen tokkelen we ook op de grens tussen Zwitserland en Oostenrijk af. Met een gemengd gevoel verlaten we Zwitserland. De natuur en het berglandschap die we hier hebben gezien zijn fascinerend mooi. Maar anderzijds is het hoge prijsniveau van dit land wel een dingetje. Zelfs wanneer we echt ons best deden om de kosten enigszins te beheersen pakte iedere dag toch aanzienlijk duurder uit dan verwacht. Het bracht René er toe om bij het passeren van de grens op te merken dat ‘vanaf hier alle prijzen halveren’, iets wat ook werkelijk zo blijkt uit te pakken ( zonder nu direct te roepen dat Oostenrijk een goedkoopteparadijs is). 

Een ander (klein) minpuntje zijn ook wel de campings in Zwitserland. We hebben er in de loop van de jaren al wel een paar gezien, en elke keer overheerst het gevoel dat dit niet bepaald de mooiste plekken op deze aarde zijn. Soms wat troosteloos, sfeerloos. Wel met goed sanitair, maar daar hangt dan ook een knetterend prijskaartje aan, met als hoogtepunt de TCS-campings – een soort equivalent van de ANWB- waar bij voorbeeld in Scuol voor een tentplaats moeiteloos 53 euro werd gevraagd. Daarvoor krijg je een een klein stukje gras aangewezen met verder niets. De watervoorziening zat zelfs op zo’n grote afstand van ons tentje dat we erom gingen loten wie de klos was om iets te halen. 

De grens over

Kortom: Voor- en nadelen aan Zwitserland, alhoewel op deze reis de voordelen het zeker hebben gewonnen van de nadelen. Anyway: tegen 12.00 uur bereiken we Martina, het plaatsje waar we grens overgaan naar het buurland. In ons reisboekje lezen we al dat we hier de grote weg moeten delen met het autoverkeer. De reden waarom? Daar komen we snel achter als we de weg op rijden. We duiken een spectaculair mooie kloof in. Hier is slechts ruimte voor de Inn en 1 autoweg. Verder niets. En omdat de autoweg rustig bereden wordt ( en vanwege werkzaamheden telkens minuten lang gestremd is voor auto’s) kunnen we hier heerlijk rustig fietsen en genieten van al het moois wat we zien. Wat een manier om Oostenrijk binnen te komen!

Na de kloof gepasseerd te zijn rijden we door naar het plaatsje met de wonderschone naam Prutz. Hier bevindt zich een kneuterige camping waar we op het tentenveldje temidden van andere tentkampeerders een plekje vinden voor ons koepelhuisje. Naast ons een Brabants echtpaar op de motor, die de hond in de zijspan meeneemt. Tegenover ons een stel dat ook aan het fietskamperen is. En daarnaast een groot Duits gezelschap dat met kano’s de Inn aan het bedwingen is. Kortom: heel gezellig allemaal .

s’ Avonds durven we het aan om weer eens in de horeca te duiken. Het campingrestaurant serveert eenvoudig eten tegen -eindelijk- normale prijzen. Zo eindigt een mooie dag, waarin we afscheid nemen van de Zwitsers en onze reis voorzetten in Oostenrijk.

Afstand : 50km, totaal 286km.